
Per 1 juli dienen personen die zich in een schuldhulpverleningstraject van de gemeente bevinden, hun schulden binnen anderhalf jaar af te lossen. Minister Carola Schouten (verantwoordelijk voor armoedebeleid) heeft hierover afspraken gemaakt met diverse partijen, waaronder de koepelorganisatie van gemeenten VNG.
In februari kondigde Schouten al aan dat zij de aflosperiode voor mensen in een schuldhulptraject wilde verkorten van drie naar anderhalf jaar, als uitvoering van de afspraak uit het coalitieakkoord om mensen met problematische schulden sneller te helpen.
Bij het saneren van de schuld worden er afspraken gemaakt met de schuldeisers over het nog af te lossen bedrag, dat afhankelijk is van iemands maandelijkse afloscapaciteit en meestal een klein deel van de schuld betreft. De rest wordt kwijtgescholden. Een kortere aflosperiode betekent echter niet dat er maandelijks meer moet worden afgelost.
In de afgelopen weken werd er overlegd met alle betrokken partijen om tot een gezamenlijke ingangsdatum te komen. Schouten wilde hiermee duidelijkheid creëren en voorkomen dat gemeenten allemaal hun eigen aanpak zouden hanteren.
Schouten benadrukt dat de kortere aflosperiode niet betekent dat mensen ook minder hulp krijgen. Ze benadrukt het belang van begeleiding en nazorg, met als uitgangspunt dat deze hulp zo kort mogelijk moet duren maar wel zo lang als nodig is. Na een jaar wordt deze aanpak geëvalueerd.
Schouten is niet van mening dat de aflosperiode in de wet moet worden vastgelegd. Volgens haar past dat niet bij het karakter van een minnelijk traject, waarbij schuldhulpverleners en schuldeisers onderling proberen tot een oplossing te komen en er ruimte moet zijn voor maatwerk. VNG is verheugd over de kortere aflosperiode, omdat dit inwoners sneller perspectief biedt op een schuldenvrije toekomst.